Microtraining Wetenschap in actie: leren met een vleugje humor met Karin de Galan en Peter Baggen
30 mei 2024
Nieuwe ronde, nieuwe kansen! Jij, gewapend met kennis en humor, zoekt de perfecte manier om je groep in een avontuur te storten. Herinner je dat hilarische filmpje nog, waarin alles misging? Altijd goed voor een lach en meteen wat voorbeelden van hoe het níet moet...
Heb je je ooit afgevraagd wat het effect is van zo'n start? Werkt een blooper als introductie wel? Of is het beter om alleen goede voorbeelden te geven? En hoeveel voorbeelden zijn eigenlijk genoeg? Doet een filmpje hetzelfde als een cartoon of een pakkend verhaal? Misschien een beetje acteren in een demonstratie? Is een mix van goede en slechte voorbeelden effectiever? Of moeten deelnemers zelf experimenteren tot ze het juiste gedrag ontdekken?
Pittige vragen voor de doorgewinterde trainer. Na jarenlange ervaring weet jij waarschijnlijk wat deelnemers prettig vinden en wat écht werkt. Als je nu al deze keuzes opnieuw moet overwegen, wordt die factuur voor je ontwikkelwerk wel fors.
Maar maak je geen zorgen. Karin de Galan heeft zich deze vragen allemaal gesteld en samen met onderzoeker Peter Baggen de antwoorden gevonden. Echte, wetenschappelijk onderbouwde antwoorden. En we kennen Karin: als geen ander weet ze deze antwoorden te vertalen naar de praktijk.
Wat betreft het geven van goede en foute voorbeelden trekken Karin en Peter op basis van onderzoek van Baldwin (1992) en Struve en Wandke (2009) in hun boek 'Evidence-based trainen' de volgende conclusie:
‘Een demonstratie van de vaardigheid met de goede aanpak én met valkuilen leidt tot een dieper begrip van de vaardigheid en leidt tot meer toepassing in de test. Ook de valkuilen laten zien werkt vooral goed bij deelnemers met weinig ervaring met de vaardigheid.’
Maar geef nooit alleen maar foute voorbeelden: de deelnemers krijgen daardoor nog geen mentaal beeld van hoe de vaardigheid er dan wel uitziet. Wanneer je daarna doorgaat met de theorie, is die nog te abstract. Demonstreren met goede én foute voorbeelden is dus je beste optie.
O, trouwens: even lekker lachen over je onderwerp mag wel, hè? Dus hou dat filmpje lekker in je training, als opwarmer.
Karin de Galan ontving in 2020 de welverdiende titel ‘Trainer van het Jaar’. In de microtraining die zij kort daarna gaf over de wetenschap van het trainen, waren er al zo’n 500 mensen nieuwsgierig hiernaar. Pak dus je kans om je kennis te updaten!
Meld je hier aan!
<>Heb je je ooit afgevraagd wat het effect is van zo'n start? Werkt een blooper als introductie wel? Of is het beter om alleen goede voorbeelden te geven? En hoeveel voorbeelden zijn eigenlijk genoeg? Doet een filmpje hetzelfde als een cartoon of een pakkend verhaal? Misschien een beetje acteren in een demonstratie? Is een mix van goede en slechte voorbeelden effectiever? Of moeten deelnemers zelf experimenteren tot ze het juiste gedrag ontdekken?
Pittige vragen voor de doorgewinterde trainer. Na jarenlange ervaring weet jij waarschijnlijk wat deelnemers prettig vinden en wat écht werkt. Als je nu al deze keuzes opnieuw moet overwegen, wordt die factuur voor je ontwikkelwerk wel fors.
Maar maak je geen zorgen. Karin de Galan heeft zich deze vragen allemaal gesteld en samen met onderzoeker Peter Baggen de antwoorden gevonden. Echte, wetenschappelijk onderbouwde antwoorden. En we kennen Karin: als geen ander weet ze deze antwoorden te vertalen naar de praktijk.
Wat betreft het geven van goede en foute voorbeelden trekken Karin en Peter op basis van onderzoek van Baldwin (1992) en Struve en Wandke (2009) in hun boek 'Evidence-based trainen' de volgende conclusie:
‘Een demonstratie van de vaardigheid met de goede aanpak én met valkuilen leidt tot een dieper begrip van de vaardigheid en leidt tot meer toepassing in de test. Ook de valkuilen laten zien werkt vooral goed bij deelnemers met weinig ervaring met de vaardigheid.’
Maar geef nooit alleen maar foute voorbeelden: de deelnemers krijgen daardoor nog geen mentaal beeld van hoe de vaardigheid er dan wel uitziet. Wanneer je daarna doorgaat met de theorie, is die nog te abstract. Demonstreren met goede én foute voorbeelden is dus je beste optie.
O, trouwens: even lekker lachen over je onderwerp mag wel, hè? Dus hou dat filmpje lekker in je training, als opwarmer.
Karin de Galan ontving in 2020 de welverdiende titel ‘Trainer van het Jaar’. In de microtraining die zij kort daarna gaf over de wetenschap van het trainen, waren er al zo’n 500 mensen nieuwsgierig hiernaar. Pak dus je kans om je kennis te updaten!
Meld je hier aan!